bereiding

1. 1

   Los de gist op in 320 milliliter water op kamertemperatuur en laat 15 minuten staan.

2. 2

   Doe het zout, de bloem en het griesmeel in een ruime kom en maak een kuiltje in het midden. Giet hierin het gistmengsel en de olijfolie. Meng tot het deeg een bal begint te vormen. Haal die uit de kom en kneed op het werkblad 15 minuten goed door. Bol het deeg op en laat het 20 minuten rusten, afgedekt met vershoudfolie.

3. 3

   Bestrooi het werkvlak lichtjes met bloem. Trek het deeg tot een rechthoek en rol met een deegroller verder uit tot een lap van ongeveer 1cm dik.

4. 4

   Bestrijk het deeg met tomatenpassata. Doe dat niet te dik en blijf 1 cm van de randen. Bestrooi met de oregano en de parmezaan, kruid met zwarte peper van de molen. Beleg met de pancetta en bestrooi met de geraspte mozzarella.

5. 5

   Rol het deeg strak op. Leg de rol met de naad naar beneden en snij hem met een scherp mes in plakken van zo’n 2 cm dik. Leg de stukken op een met bakpapier beklede bakplaat, dek af met vershoudfolie en laat 45 minuten rijzen.

6. 6

   Verwarm intussen de oven voor op 240°C boven- en onderwarmte. Zet de broodjes in de oven en verlaag meteen de temperatuur naar 220°C. Bak ze ongeveer 10 tot 12 minuten, tot ze mooi goudbruin zijn. Bestrijk de broodjes wanneer ze nog warm zijn met een dun laagje olijfolie.