bereiding

1. 1

   Boen de aardappelen schoon en kook ze in de schil gaar. Giet ze af, verwijder voorzichtig de schil en stamp het kruim fijn. Laat de puree afkoelen tot kamertemperatuur.

2. 2

   Voeg de bloem en het ei toe en kneed alles op een bebloemd werkblad tot een elastisch deeg. Voeg nog wat bloem toe als het deeg te plakkerig is.

3. 3

   Verdeel het deeg in 4 porties en rol elke portie uit tot een lange worst van ongeveer 2 cm doorsnede. Snij de worsten in gelijke stukjes van ongeveer 2 à 3 cm. Geef de gnocchi wat textuur door ze over een rasp of vork te rollen. Laat ze 15 minuten onder folie rusten.

4. 4

   Kook de gnocchi gaar in lichtgezouten water. Ze zijn klaar als ze komen bovendrijven. Giet ze af en bewaar een kopje van het kookvocht.

5. 5

   Spoel de spinazie en laat ze uitlekken. Verwarm de pesto met de room en de melk. Voeg de spinazie in delen toe en laat slinken.

6. 6

   Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin. Spoel de kerstomaten, snij ze in partjes en schep ze onder de saus.

7. 7

   Voeg de gnocchi toe aan de saus en breng ze op smaak met peper en zout. Voeg eventueel wat extra kookvocht toe. Bestrooi met de pijnboompitten en de geraspte parmezaan en serveer meteen.