bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Wikkel de bietjes afzonderlijk in aluminiumfolie. Zet de pakketjes in de oven tot de bietjes zacht zijn. Afhankelijk van de grootte van de bietjes kan dit 1 à 1.30 uur duren. Prik erin om te voelen of ze gaar zijn. Laat de bietjes afkoelen.

2. 2

   Klop de geitenkaas op met Griekse yoghurt. Kruid met de komijn, peper en zout.

3. 3

   Maak de crumble. Rooster de walnoten licht in een droge pan tot ze geuren. Haal ze uit de pan. Smelt de roomboter. Voeg de walnoten bij de boter als die begint te sudderen. Bak de noten in 1 à 2 minuten goudbruin. Haal de boter met de noten van het vuur.

4. 4

   Hak de peterselie en de dille fijn en rits de tijmblaadjes van de steeltjes. Doe de kruiden bij de noten. Laat alles uitlekken op keukenpapier en verkruimel het mengsel tot een grove crumble.

5. 5

   Schil de bietjes en snij ze in zo dun mogelijke plakjes van 1 à 2 mm dik. Snij repen van 5x24cm van het bladerdeeg. Besmeer de plakjes bladerdeeg dun met het geitenkaasmengsel. Leg de plakjes biet met de bolle kant bovenaan overlappend op de bovenste lage rand van het bladerdeeg. Zorg dat ze ongeveer een halve cm boven het deeg uitsteken en dat er onderaan een rand van 1 cm deeg vrij blijft. Klap de lege deegrand over de onderkant van de bietenplakjes. Rol het deeg vanaf de korte kant op.

6. 6

   Maak zo 12 roosjes. Zet de roosjes in de holtes van de ingevette muffinvorm en bak ze zo’n 25 minuten in de oven op 180°C tot het deeg gaar en goudbruin is. Dek ze eventueel af met aluminiumfolie als de bovenkant te donker wordt.

7. 7

   Meng alle ingrediënten voor de dressing en kruid met peper en zout.

8. 8

   Heb je nog je geitenkaascrème over, smeer die dan in een mooie veeg op elk bord. Schik er 2 bietenroosjes op. Werk de roosjes af met de walnootcrumble, de dressing en de rucola.