Bak je eigen broodje met deze 11 tips
Do it yourself
Die heerlijke geur van versgebakken brood ... Straks hangt die ook in jouw huis, want zelf brood bakken is helemaal niet moeilijk. Het enige wat je nodig hebt: bloem, gist, water en een snuifje zout. En een oven of een broodbakmachine. O ja, en een beetje geduld komt ook van pas.
1. Bloem
- Wie het makkelijk wil houden, kan kiezen voor een broodmix: die bevat alles wat nodig is om brood te maken, je hoeft er alleen nog water aan toe te voegen. Maar je kunt natuurlijk ook kiezen voor pure bloem.
- Kies als basis voor een 'straffe' bloem: dat is bloem die veel gluten bevat. Gluten zorgen ervoor dat het deeg kan rijzen. Meestal wordt tarwebloem als basis gebruikt. Eventueel kun je mengen met andere soorten meel of een speciaal mengsel kopen.
- Bloem om brood te bakken koop je in de supermarkt, maar ook bij tuincentra die bakbenodigdheden verkopen. Neem ook eens een kijkje in de natuurvoedingswinkel, daar vind je meestal een groot aanbod, vaak minder voor de hand liggende bloemsoorten zoals spelt of kamut. En heb je een bloemmolen of maalderij in de buurt, dan heb je helemaal geluk.
2. Gist
- Om brood te laten rijzen, heb je gist nodig. Onze voorkeur gaat naar verse gist, die vind je in de koeltoog van de supermarkt. Met één blokje, dat standaard 42 g weegt, heb je genoeg om 1 kg bloem te laten rijzen.
- Je kunt ook gedroogde gist gebruiken, die is langer houdbaar en je hebt er minder van nodig: 1/3 van de hoeveelheid verse gist (dus 14 g voor 1 kg bloem). Gedroogde gist koop je in zakjes of in een groter pak (maar dat is alleen interessant als je echt elke dag brood gaat bakken).
3. Zout
- Zout geeft smaak aan je brood én zorgt ervoor dat het rijzen onder controle gehouden wordt. Maar strooi het niet rechtstreeks op de gist: daarvan gaat die kapot. Meng het zout door de bloem voor je er de gist en het water bij doet.
- Je kunt gewoon keukenzout gebruiken, of fijn zeezout.
4. Suiker?
Soms wordt in broodrecepten een lepeltje suiker of honing gebruikt in het deeg, om de gist beter te doen werken. Dat is niet echt nodig: brooddeeg rijst ook zonder suiker.
5. Water
- Nu alle droge ingrediënten klaar staan, heb je nog iets nodig om er een kneedbaar deeg van te maken: water, gewoon van de kraan. In veel recepten staat dat je lauw water moet gebruiken, maar wees daar voorzichtig mee: té warm water maakt de gist kapot. Liever iets te koud, dan te warm.
- Verse gist verbrokkel je in het water en laat je een kwartiertje staan, droge gist kun je gewoon met de bloem mengen.
6. En dan: kneden maar!
- Doe alle droge ingrediënten in een kom of leg ze in een hoopje op het werkvlak, maak een kuiltje in het midden en giet er het gistmengsel in.
- Meng met je vingers steeds een beetje meer bloem door het gistmengsel, en meng verder tot alles aan elkaar hangt.
- Dan begint het kneden: met de hand toch al gauw een kwartiertje. Je deeg is klaar als je het heel dun kunt uitrekken zonder dat het scheurt.
- Vind je kneden zwaar werk? Het kan ook in de keukenmachine.
7. De eerste rijs
- Is je deeg voldoende gekneed, dan mag het voor de eerste keer rijzen. Span het deeg op tot een bolletje door de randen van het deeg naar het midden te vouwen, draai de bol om en leg 'm in een schone kom.
- Dek af met plasticfolie – een vochtige handdoek kan ook, maar die gaat soms in het deeg plakken.
- Laat het deeg ongeveer een halfuur rijzen op een warme, tochtvrije plek. Ongeveer ja – hoe snel deeg rijst is afhankelijk van de soort bloem die je gebruikt, de omgevingstemperatuur, de luchtvochtigheid en andere factoren die je niet kunt controleren. Een beetje geduld komt hier dus van pas.
8. Vorm je brood
- Als je deeg gerezen is, ga je het brood in vorm brengen. Leg het deeg met de gladde kant (de bovenkant) naar beneden op het werkblad, duw het wat plat en vorm je brood – maak er opnieuw een bol van, of een langwerpig brood, of verschillende kleine broodjes.
- Maak je verschillende kleinere broodjes, zorg er dan voor dat alle broodjes even veel wegen: ze moeten dan ook precies even lang in de oven, dat is iets makkelijker straks.
9. Laat het brood opnieuw rijzen
- Leg het brood op de bakplaat of in een ingevette broodbakvorm, dek het opnieuw af met plasticfolie en laat het rijzen tot het in volume ongeveer verdubbeld is.
- Ondertussen verwarm je de oven voor op de temperatuur die in het recept vermeld staat.
10. Bak het brood
- Haal de plasticfolie weg en werk je brood eventueel nog af met een beetje bloem of zaden erbovenop, of snij het met een scherp mesje een paar keer in. Schuif het in de oven en bak het zoals in het recept vermeld staat.
- Om te controleren of je brood helemaal gaar is, draai je het om en klop je op de onderkant van het brood: klinkt dat hol, dan is je brood klaar. Laat het afkoelen op een rooster en zeker niet op de bakplaat of in de vorm: dat gaat condenseren en de korst blijft zo niet krokant.
11. Oven of broodbakmachine?
Een broodbakmachine is vooral handig als je niet veel tijd hebt: je doet alle ingrediënten erin en de machine doet al het werk voor jou. Je brood krijgt wel een dikkere korst en bij de meeste machines zit er onderaan een gat in, daar waar de kneedhaak zat. Hou je daar niet van, dan kun je je brood beter op de ouderwetse manier in de oven bakken. Of ga voor de tussenweg: gebruik de broodbakmachine om te kneden en eventueel ook te rijzen, maar vorm je brood met de hand en bak het af in de oven.
Recepten
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!