Op en top Belgisch, da's ons smakelijke en veelzijdige witloof. Er wordt zelfs beweerd dat de groente in het Brusselse werd 'uitgevonden', en dat omstreeks 1830.

Volgens de ene was het een vluchtende boer die zijn cichoreiwortels in een donkere kelder verstopte onder een laagje aarde, volgens de andere was het de pientere hovenier van de kruidtuin in Brussel. Wie het ook zij: wij zijn blij dat de groente bestaat, want hij zit boordevol smaak.

Net daarom is het zo belangrijk dat je witloof juist klaarmaakt, want een beetje te lang of een beetje te warm zorgt ervoor dat de o zo herkenbare smaak verdwijnt. Enkele tips?

• Verwijder de buitenste blaadjes, snij een schijfje van de onderkant en zet er met een mes een kruisje in. Hierdoor verliest witloof een beetje bitter tijdens het koken.
• Kook je witloof maximaal 12 minuten, anders verliest hij zijn smaak én stevigheid.
• Je kan witloof ook braiseren in de pan met een beetje boter. Laat kleuren, voeg een scheutje water, peper, zout en nootmuskaat toe en laat een twintigtal minuten afgedekt pruttelen op een laag vuurtje.