6 x Belgisch vlees om van te smullen
100% Belgisch
Wie houdt van een goed stuk vlees en de middelmatigheid van massaproductie of een te grote ecologische voetafdruk wil vermijden, gaat best op zoek naar kleinschalig gekweekte dieren. In België zijn er enkele dierenrassen die nog gekweekt worden in de best mogelijke omstandigheden. Vaak betaal je er een stuk meer voor, maar uiteraard win je hierbij aan smaak.
– Het West-Vlaams rood rund: Dit is een prachtig runderras met roodharige vacht. Door het milde zeeklimaat in West-Vlaanderen en de vruchtbare bodem is het de ideale habitat voor runderen. Het oude ras wordt nog gefokt door een vijftiental boeren uit West-Vlaanderen, onder wie de vader van sterbeenhouwer Hendrik Dierendonck.
– De Vlaams-Brabantse witblauw dubbeldoelkoe: Het bekende witblauwe ras werd rond 1900 opgesplitst in twee soorten: de alom bekende dikbil en daarnaast de dubbeldoelkoeien, die in tegenstelling tot de dikbillen nog kunnen kalveren zonder een keizersnede. Dikbilkoeien worden geslacht op negentien maanden, terwijl de dubbeldoelkoeien drie tot vier jaar op de weide mogen grazen. Ze groeien ook trager, waardoor ze meer smaakstoffen opnemen. Het vlees heeft een donkerrode kleur en een intense smaak. Tegenwoordig zijn deze runderen zeldzaam, maar in het Hageland en het Pajottenland vind je ze nog terug bij enkele boeren.
– Het Kempens lam: De Kempische Heide is al eeuwenlang de thuishaven van Kempische schapen. Ze worden ook wel omschreven als de koeien van de Heideboeren. Sinds 1800 is de soort als apart ras erkend. Jaarlijks worden er ongeveer 200 lammetjes geslacht, die vervolgens bij plaatselijke slagers verkocht worden.
– Het Piétrain varken: Dit varken werd voor het eerst gefokt rond 1920 in het dorp Piétrain bij Jodoigne. Het is een kruising tussen een inlands en een Engels ras (Berkshire). Het vlees is één van de meest gespierde rassen ter wereld en bevat relatief weinig vet. Daardoor is het erg populair bij consumenten die graag mager vlees eten.
– De Mechelse koekoek: Het oud-Belgische kippenras wordt gelinkt aan de regio rond de stad Mechelen. De kippen heten 'koekoek' omdat ze ongeveer hetzelfde verenkleed hebben als een echte koekoek. Het vlees heeft een mooie witte kleur en een fijne, licht zoetige smaak.
> Mechelse koekoek met witte bonen en worst
– Belfond: Een goede saus bij vlees, vis of gevogelte maak je op basis van fond. Wie graag kookt en veel tijd heeft, maakt deze fond zelf. Maar aangezien het een tijdrovende bezigheid is (8 uur pruttelen!), is het geen schande om je toevlucht te nemen tot een bouillonblokje of een bokaaltje met kant-en-klare fond. Er zijn helaas grote kwaliteitsverschillen en de smaak is niet altijd zoals je zou willen. We hebben daarom bijzonder veel sympathie voor Pieter Van den Berghe, de man achter het kleine, maar gestaag groeiende merk Belfond. Hij maakt in zijn eentje de artisanale fonds die sinds enkele jaren te koop zijn bij beenhouwers, delicatessenzaken en sommige supermarkten. Hij gebruikt enkel de beste ingrediënten en heeft een hekel aan smaakversterkers of bewaarmiddelen: echt Belgische kwaliteit
Je eigen vleesjus maken? In het filmpje hieronder tonen we hoe het moet.