Zo maak je de allerlekkerste gehaktballen
Héérlijk met kriekjes
Bouletten, gehaktballen, frikadellen… Hoe je ze ook noemt, smaken doen ze altijd! Met dit stappenplan maak je ze nóg lekkerder.
- Begin met het kiezen van de juiste gehaktsoort. Mager gehakt zoals kippengehakt is lichter en beter voor de lijn, maar geeft taaiere balletjes, terwijl gehaktballen van een vettere gehaktsoort een zachtere textuur hebben.
- Houd je gehakt zo koud mogelijk. Hoe warmer het wordt, hoe moeilijker het wordt om ermee te werken.
- Maak je mengsel niet te droog. Voeg dus niet te veel paneermeel toe. Als je al start met een droog mengsel, kunnen je gehaktballen zeker niet sappig zijn als ze gebakken zijn.
- Vergeet ook niet dat een ei je mengsel bindt maar geen bron van vocht is. Overdrijf dus niet met de hoeveelheid eieren die je toevoegt. Vind je het mengsel toch iets te droog? Doe er dan een scheutje melk bij.
- Meng niet meer dan nodig. Als alle ingrediënten gemengd zijn, mag je stoppen met roeren.
- Maak je handen nat voor je de gehaktballen begint te rollen; zo blijft het gehakt er niet aan plakken en kan je ze mooi vormen.
- Je hoeft niet eindeloos te rollen: als de gehaktbal gevormd is, ben je klaar. Anders worden de balletjes té compact.
- Laat de balletjes goed bruinen voor je het vuur lager zet om ze verder te doen garen. Het is die korst die extra smaak aan je gehaktballen geeft.