E-nummers ontcijferd
Dat betekenen al die mysterieuze nummertjes dus!
In voedingsproducten zitten er, naast gewone ingrediënten, vaak ook stoffen die alleen via een E-nummer vermeld worden. Welke additieven schuilen er achter zo'n nummer en zijn ze wel veilig genoeg voor je gezondheid?
Waarvoor staan die E-nummers?
E-nummers zijn nummers die op Europees vlak worden toegekend aan voedingsadditieven, aan stoffen dus die in etenswaren zitten om ze een beter uitzicht te geven of langer houdbaar te maken. Ze kunnen zowel van natuurlijke als van chemische oorsprong zijn. De stoffen hebben geen voedingswaarde op zich. Ze mogen ook pas in voedingswaren verwerkt worden nadat uit grondig wetenschappelijk onderzoek gebleken is dat ze geen enkel gezondheidsrisico inhouden.
Hoe (on)schadelijk zijn additieven?
Additieven moeten aan strenge voorwaarden voldoen voor ze een E-nummer toegewezen krijgen als bewijs van goedkeuring. Producten waarin additieven zitten die in Europa verboden zijn, mogen hier niet worden ingevoerd of verkocht. Voor de meeste mensen zijn de stoffen in principe onschadelijk, maar bij wie last heeft van eczeem of allergie, kunnen ze een reactie uitlokken. Ook als je liever geen dierlijke producten eet, kun je maar beter goed checken, want in sommige van die additieven zitten ze wel.
Alles op een rijtje
• E100-180: kleurstoffen. Ze worden gebruikt om eten kleur te geven of de kleur intenser te maken. Ze staan sterk ter discussie, omdat ze geen toegevoegde waarde hebben en alleen het product verfraaien. Bijvoorbeeld in pickles.
• E200-252: bewaarmiddelen. Ze voorkomen dat schimmels en bacteriën gaan woekeren en verlengen daardoor de houdbaarheid van het voedingsproduct. Bijvoorbeeld in droge worstjes.
• E260-297 en e322-385: voedingszuren. Ze versterken de werking van bewaarmiddelen en antioxidanten. Ze hebben een zure smaak en helpen de kleur te behouden. Bijvoorbeeld in groentesap.
• E300-321: antioxidanten. Ze gaan bederf door blootstelling aan zuurstof tegen en helpen meteen ook de verkleuring van voedsel te voorkomen. Bijvoorbeeld in fijne vleeswaren.
• E400-495: emulgatoren, stabilisatoren, verdikkings- en geleermiddelen. Ze wijzigen de textuur van voedingsstoffen, waardoor niet-mengbare producten (zoals water en olie) wél gemengd kunnen worden. Bijvoorbeeld in mayonaise.
• E620-650: smaakversterkers. Zoals de naam het al aangeeft, versterken zij de smaak van het product in kwestie. Bijvoorbeeld in bouillonblokjes.
• E920-928: meelverbeteraars. Ze maken het meel witter en verbeteren de bakeigenschappen. Bijvoorbeeld in kant-en-klare broodjes.
• E938-949: verpakkingsgassen. Door het contact met zuurstof te voorkomen, zorgen ze ervoor dat de houdbaarheid verlengd wordt. Bijvoorbeeld in slagroom.
• E950-967 en e420-421: zoetstoffen. Zij geven een zoete smaak zonder het aantal calorieën de hoogte in te jagen. Bijvoorbeeld in light yoghurt.
• E900-1520: overige hulpstoffen. Zoals gemodificeerd zetmeel en enzymen: ze geven een voedingsmiddel structuur en worden vaak gebruikt als bind- of verdikkingsmiddel. Bijvoorbeeld in instantsoep.
• Geur- en smaakstoffen. Zij hebben geen E-nummer omdat ze volgens de wet geen additieven zijn. Je vindt ze op het etiket onder de benaming 'aroma's'.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!