Risotto is ondertussen ook bij ons erg populair. Het is een gerecht uit de Italiaanse boerenkeuken, maar daarom zeker niet simpel op te maken. Maar oefening baart kunst, leef je daarom helemaal uit op deze risottorecepten.

Risotto kan je 'natuur' eten of in combinatie met om het even welke groenten, welk stuk vlees of vis. In Italië is het bijna altijd een voorgerecht, bij ons kan het ook als hoofgerecht. Wij maken voor jullie graag een bijzonder risottogerecht, dat je – net zoals de Italianen – als voorgerecht of hapje serveert.

Rijstballetjes of arancini

De benodigdheden voor het maken van de rijstballetjes vind je hier.

– Roer de rijst los in een kom. Rasp er de parmezaan over en roer goed.
– Kruid de rijst met peper en zout, strooi er de peterselie bij. Klop 2 eieren los en roer ze door de rijst. Meng goed.
– Neem telkens een portie rijst en vorm er een bolletje van.

– Duw in het midden een blokje mozzarella en druk er de rijst helemaal rond. Rol er gladde balletjes van, zonder barstjes.
– Klop 1 ei los met een vork. Wentel de rijstballetjes eerst in bloem.
– Wentel ze dan in losgeklopt ei en vervolgens in paneermeel.
– Verhit de olie tot 180°C. Frituur de rijstballetjes in porties goudbruin in ongeveer 3 minuten. Laat ze drogen op keukenpapier.

Serveer ze warm, zodat de kaas zacht en vloeibaar is.

Uit Libelle Lekker van april 2012