bereiding

1. 1

   Snij de kipfilets in blokjes, doe ze in een kom en voeg het citroensap en het zout toe. Laat 30 minuten marineren in de koelkast.

2. 2

   Verhit intussen het komijnzaad in een droge pan en bak tot de aroma’s vrijkomen. Schil en rasp de gember. Pel en pers de knoflook. Meng de yoghurt met het komijnzaad, de gember, de knoflook, de garam masala en het gerookte paprikapoeder. Roer om tot een gladde pasta en voeg toe aan de kip. Zorg dat de kipblokjes goed bedekt zijn met de marinade. Sluit af met vershoudfolie en laat een nacht marineren in de koelkast.

3. 3

   Maak de saus. Pel en snipper de uien. Schil en rasp de gember. Pel en pers de knoflook. Verhit de ghee of olie in een pan op een middelhoog vuur en fruit de ui goudbruin. Kneus de kardemompeulen in een vijzel.

4. 4

   Voeg de gember, de knoflook, de kardemom en het kaneelstokje toe aan de uien. Roerbak enkele minuten. De knoflook mag niet bruin worden. Voeg de tomatenblokjes, de tomatenpuree en 300 milliliter water toe en laat onder deksel op een zacht vuur 30 minuten sudderen.

5. 5

   Haal de kip 30 minuten voor het grillen uit de koelkast. Bewaar de marinade. Verwarm de ovengrill voor. Rijg de kipblokjes op houten spiesjes, leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat en rooster ze 6 tot 8 minuten onder de hete grill. Je kunt ze ook in een grillpan bakken of op de BBQ of plancha roosteren.

6. 6

   Maak de chilipepers schoon en hak ze fijn. Voeg de overgebleven marinade toe aan de saus, net als de chilipepers, de suiker, de (kokos)room, het citroensap, het paprikapoeder, de fenegriek en de garam masala. Laat nog 5 minuten meekoken. Voeg meer zout, suiker of citroensap toe naar smaak. Serveer de kipspiesjes met de saus en werk af met de koriander.