Sint-jakobsschelpen behoren samen met oesters en mosselen tot de 'bivalven' of tweekleppigen. Deze schelpdieren worden omsloten door 2 scharnierende kleppen.
De sint-jakobsschelp heeft zijn naam te danken aan Santiago de Compostella, van waaruit middeleeuwse pelgrims een schelp meebrachten als bewijs van de voltooing van hun bedevaart. In die tijd was dit weekdier namelijk enkel in die regio te vinden.
De sint-jakobsschelp komt vooral voor aan de kusten van Portugal, Spanje en Frankrijk, maar tegenwoordig worden de schelpen zelfs opgevist in IJsland of Groot-Brittanië. Ook in Japan, Canada en de Verenigde Staten kent men deze lekkernij. De schelp meet gemiddeld 10 tot 12 cm en kan 17 cm bereiken. Meestal wordt ze ontschelpt verkocht als sint-jakobsvruchten of -noten, al dan niet met rode koraal.
Aankopen
Verse sint-jakobsschelp zijn stevig gesloten en gapen niet. Sint-jakobsnoten zijn zowel vers als diepgevroren te koop.
Bewaren
Sint-jakobsschelp consumeer je best op dezelfde dag van de aankoop. Wanneer ze diepgevroren zijn is de houdbaarheid beperkt tot ongeveer 2 maanden.
Bereiding
Om sint-jakobsschelpen te openen, houd je de schelp vast met de platte kant naar boven en wrik je met een kort mes tussen beide schelphelften om een kleine opening te maken. Daarna snij je met een buigzaam lemmet langs de binnenkant van de platte schelphelft de sluitspier door. Door vervolgens onder de grijze buitenste rand te snijden, kan de witte spiermassa en oranje koraal worden losgemaakt.
Sint-jakobsschelpen lenen zich tot de meest uiteenlopende bereidingen: gemarineerd of rauw, gegratineerd, geglaceerd met Hollandse saus, gedoopt in licht frituurbeslag of gepocheerd in een stevige court-bouillon...
Gezondheid
Sint-jakobsschelpen bevatten veel gezonde vetten die gunstig zijn voor de hart- en bloedvaten en die bovendien cholesterolverlagend werken. Ze zijn rijk aan vitamine B en kalium.
|