Hoe moet je gebraad snijden?
Een kunst op zich!
Na uren geduld komt het gebraad lekker sudderend uit de oven. Alles staat klaar om op te scheppen. Iedereen schuift hongerig aan tafel. Er rest je nog een ding: opdienen! Maar hoe moet je gebraad snijden?
Slecht nieuws voor het gezelschap: ze zullen toch nog wat meer geduld moeten oefenen. Want een gebraad zet je niet zomaar rechtstreeks vanuit de oven op tafel. Eerst moet het rusten en dan pas kan je het gebraad snijden. En ook dat is een kunst! Hoe doe je dat? Enkele tips.
Gebraad snijden? Zo doe je dat!
- Zit er een touwtje rond het gebraad? Haal dit er dan af, zo'n 5 minuten voor het einde van de bereidingstijd. Zo kan het vlees nog wat uitzetten.
- Klaar? Haal het uit de oven. Wikkel het vervolgens in aluminiumfolie en laat het nog een kwartiertje rusten. Als je het vlees meteen zou aansnijden, zou het droog zijn. Door te rusten, kunnen de vleessappen zich mooi verdelen. Zo wordt je vlees extra sappig en mals. Geen paniek: het duurt wel even voor zo'n stevig stuk afkoelt.
- Gebruik altijd een scherp mes (geen elektrisch!) om je gebraad te snijden. Dat snijdt niet alleen makkelijker, met een bot mes moet je te hard duwen waardoor je het vocht uit het gebraad perst.
- Snij tegen de draad in. Het is immers belangrijk dat je de vezels doorsnijdt. Bekijk de richting van de draden (spiervezels). Lopen ze horizontaal van links naar rechts, dan snij je (verticaal) tegen de draad in. Snij je met de draden mee, dan voelt het vlees taaier. Je kunt ook vooraf aan je beenhouwer vragen om de juiste snijrichting aan te geven met een inkeping.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!