Zelf brood bakken: zo doe je dat stap voor stap
Heerlijk, zo'n huis dat ruikt naar versgebakken brood!
Zelf brood bakken is makkelijker dan je denkt! Met slechts een paar ingrediënten – bloem, gist, water en een snuifje zout – tover je een heerlijk vers brood op tafel. Of je nu een oven of een broodbakmachine gebruikt, met dit stappenplan en handige tips lukt het gegarandeerd.
Wat heb je nodig om zelf brood te bakken?
Om zelf brood te bakken, heb je slechts een paar basisingrediënten nodig:
- Bloem: kies voor broodmix of pure bloem met veel gluten.
- Gist: gebruik verse of gedroogde gist om je deeg te laten rijzen.
- Zout: geeft smaak en controleert het rijzen van je brood.
- Water: niet te warm, anders doodt het de gist.
Optioneel kun je suiker of honing toevoegen voor een snellere werking van de gist of extra smaak.
Stap 1: kies de juiste bloem
- Wie het makkelijk wil houden, kan kiezen voor een broodmix. Die bevat alles wat nodig is om brood te maken, je hoeft er alleen nog water aan toe te voegen. Maar je kunt natuurlijk ook kiezen voor pure bloem of meel en zelf gist, water en zout toevoegen.
- Kies als basis voor een 'straffe' bloem: dat is bloem die veel gluten bevat. Gluten zorgen ervoor dat het deeg kan rijzen. Meestal wordt tarwebloem als basis gebruikt. Eventueel kun je mengen met andere soorten meel of een speciaal mengsel kopen.
- Bloem om brood te bakken koop je in de supermarkt, maar ook bij tuincentra die bakbenodigdheden verkopen. Neem eens een kijkje in de natuurvoedingswinkel, daar vind je ook minder voor de hand liggende bloemsoorten zoals spelt of kamut. En heb je een bloemmolen of maalderij in de buurt, dan heb je helemaal geluk.
Stap 2: kies de juiste gist
- Verse gist (42 g per 1 kg bloem) geeft het beste resultaat en vind je in de koeltoog van de supermarkt.
- Gedroogde gist (14 g per 1 kg bloem) is langer houdbaar en gemakkelijk te doseren. Gedroogde gist koop je in zakjes of in een groter pak (maar dat is alleen interessant als je echt elke dag brood gaat bakken).
Stap 3: vergeet het zout niet
Zout geeft smaak aan je brood én zorgt ervoor dat het rijzen onder controle gehouden wordt. Maar strooi het niet rechtstreeks op de gist: daarvan gaat die kapot. Meng het zout door de bloem voor je er de gist en het water bij doet.
Stap 4: weeg het water
- Nu alle droge ingrediënten klaar staan, heb je nog iets nodig om er een kneedbaar deeg van te maken: water, gewoon van de kraan. In veel recepten staat dat je lauw water moet gebruiken. Wees daar voorzichtig mee: te warm water maakt de gist kapot. Liever iets te koud, dan te warm.
- Het water wegen op een weegschaal is nauwkeuriger dan het afmeten in een maatbeker. 1 ml water weegt 1 gram.
- Verse gist verbrokkel je in het water en laat je eerst een kwartiertje staan. Droge gist kun je gewoon met de bloem mengen.
Stap 5: kneed het deeg
- Doe bloem en zout in een kom of op je werkblad.
- Maak een kuiltje in het midden en giet daarin het gistmengsel met water. Werk je met droge gist, dan meng je die door de bloem en giet je in het kuiltje alleen maar water.
- Meng alles en begin met kneden:
- Met de hand: ongeveer 15 minuten tot het deeg soepel en elastisch is.
- Met de keukenmachine: sneller en minder zwaar werk.
- Je deeg is klaar als je het heel dun kunt uitrekken zonder dat het scheurt.
Stap 6: de eerste rijs
- Is je deeg voldoende gekneed, dan mag het voor de eerste keer rijzen. Span het deeg op tot een bolletje door de randen van het deeg naar het midden te vouwen. Draai de bol om en leg 'm in een schone kom.
- Dek af met plasticfolie – een vochtige theedoek kan ook, maar die gaat soms in het deeg plakken.
- Laat het deeg ongeveer een halfuur rijzen op een warme, tochtvrije plek. Hoe snel deeg rijst, is afhankelijk van de soort bloem die je gebruikt, de omgevingstemperatuur, de luchtvochtigheid en andere factoren die je niet kunt controleren. Soms duurt het wat langer dan een halfuur. Een beetje geduld komt hier dus van pas.
Stap 7: brood vormen en tweede rijs
- Als je deeg gerezen is, ga je het brood in vorm brengen. Leg het deeg met de gladde kant (de bovenkant van het bolletje dat je daarnet hebt gemaakt) naar beneden op het werkblad. Duw het wat plat en vorm je brood. Maak er opnieuw een bol van, of een langwerpig brood, of verschillende kleine broodjes.
- Leg het brood op de bakplaat of in een ingevette broodbakvorm, dek het opnieuw af met plasticfolie en laat het rijzen tot het in volume ongeveer verdubbeld is.
- Ondertussen verwarm je de oven voor op de temperatuur die in het recept vermeld staat. Vaak verwarm je de oven heter voor dan de temperatuur waarop je gaat bakken. Wanneer het brood de oven in gaat, verlaag je dan de temperatuur.
Stap 8: bak het brood
Haal de plasticfolie weg en werk je brood eventueel nog af met een beetje bloem of zaden erbovenop, of snij het met een scherp mesje een paar keer in. Schuif het in de voorverwarmde oven en bak het zoals in het recept vermeld staat.
Hoe weet je of je brood gaar is?
Om te controleren of je brood helemaal gaar is, draai je het om en klop je op de onderkant van het brood: klinkt dat hol, dan is je brood klaar. Laat het volledig afkoelen op een rooster.
Bakken in de oven of broodbakmachine?
Een broodbakmachine is vooral handig als je niet veel tijd hebt: je doet alle ingrediënten erin en de machine doet het werk voor jou. Je brood krijgt wel een dikkere korst en bij de meeste machines zit er onderaan het brood een gat, daar waar de kneedhaak zat.
Hou je daar niet van van, dan kun je je brood beter op de ouderwetse manier in de oven bakken. Of ga voor de tussenweg: gebruik de broodbakmachine om te kneden maar vorm je brood met de hand en bak het af in de oven.
Veelvoorkomende fouten bij zelf brood bakken
- Brood rijst niet → De gist was misschien te oud of het water te warm.
- Brood is te compact → Niet lang genoeg gekneed of te weinig gerezen.
- Brood is vanbinnen nog klef → Te kort gebakken of oven niet warm genoeg.
Hier lees je hoe wat er nog meer mis kan gaan en wat je eraan kunt doen.