Suiker bestaat in enkelvoudige en in meervoudige vorm. Enkelvoudige suikers kunnen rechtstreeks door het lichaam worden opgenomen. Voorbeelden van enkelvoudige suikers zijn glucose (druivensuiker) en fructose (vruchtensuiker). Deze enkelvoudige suiker komt voor in fruit, granen, honing en noten. Voorbeelden van meervoudige suikers zijn kristalsuiker, melksuiker en moutsuiker. Voor de suiker die gemaakt wordt van suikerbiet of suikerriet, maakt men nog een onderscheid tussen geraffineerde en ongeraffineerde suiker. Met raffineren bedoelt men ‘van alle onzuiverheden ontdoen’. Tijdens dit proces wast men de suiker en centrifugeert hem opnieuw. Geraffineerde suiker is witte suiker, ongeraffineerde suiker is eerder geelachtig of bruin van kleur. Ongeraffineerde suikers hebben het voordeel dat ze nog vitaminen, mineralen, sporenelementen en vezelstoffen bevatten.
Soorten suiker
Fructose: vruchtensuiker
Lactose: melksuiker
Glucose: druivensuiker
Maltose: moutsuiker
Kristalsuiker: In de keuken beter gekend als de ‘witte suiker’. Deze suiker wordt gebruikt in koffie, thee, voor de productie van chocolade, yoghurt, koeken, snoep, frisdrank en ijs.
Basterdsuiker: Vroeger was basterdsuiker een licht geraffineerde suiker die uitsluitend uit suikerriet gewonnen werd. Tegenwoordig is basterdsuiker witte kristalsuiker waaraan melasse en kunstmatige kleurstoffen worden toegevoegd. De voedingswaarde van basterdsuiker is dan ook volledig afhankelijk van het gehalte aan vitaminen, mineralen, sporenelementen en vezelstoffen die al dan niet in de melasse aanwezig zijn. Er bestaat witte, gele en bruine basterdsuiker. Aan de donkere basterdsoorten werd een carameloplossing toegevoegd. Wanneer men basterdsuiker gebruikt bij de bereiding van gebak, droogt het gebak minder snel uit.
Poedersuiker: Poedersuiker is heel fijn gemalen kristalsuiker. Deze suiker lost veel sneller op in het speeksel. Men gebruikt poedersuiker veel als versiering. Poedersuiker wordt niet alleen gebruikt bij zoete bereidingen zoals oliebollen, pannenkoeken en wafels, maar ook bij de productie van chocolade, snoepjes en roomijs.
Suikerklontjes: Tegenwoordig worden suikerklontjes gemaakt van vochtige suiker die eerst samengeperst worden, daarna gedroogd en verpakt. Suikerklontjes worden vooral in de horeca gebruikt.
Kandij: Kandijsuiker was oorspronkelijk bekend als een middel tegen keelpijn en verkoudheden. Kandij ontstaat wanneer men in een onverzadigde warme suikeroplossing kristallen laat groeien. Om de donkere kandijsoorten te bekomen wordt er een carameloplossing toegevoegd. Kandijsuiker wordt voornamelijk gebruikt in koffie of thee.
Geleersuiker: Wanneer men bij kristalsuiker pectine en citroenzuur voegt, bekomt men geleersuiker. Deze suiker is geschikt voor het maken van jam, marmelade en gelei.
Invertsuiker: Invertsuiker is een mengsel van glucose en fructose dat men verkrijgt door invertie van suiker. Deze suiker wordt voornamelijk gebruikt bij de bereiding van koeken om ze langer zacht te houden.
Rietsuiker: Rietsuiker wordt vervaardigd uit suikerriet. Eigenlijk wordt er voor ruwe rietsuiker één stap van het zuiveringsproces bij de suikerproductie overgeslagen, daarom heeft rietsuiker een bruine kleur.
Suikerstroop: Stroop wordt bereid uit de kooksels van de suikerfabricage. Er is donkerbruine en goudkleurige stroop. Stroop wordt vaak gegeten bij pannenkoeken of als broodbeleg, maar in de industrie gebruikt men stroop vooral bij de bereiding van koeken en stroopwafels. Bietsuikerstroop is een stroop die erg in trek is. Bietsuikerstroop bevat erg veel mineralen waaronder een hoog ijzergehalte.
Ahornsiroop is een suikervervanger die ideaal is voor gebak, mousses, bonbons, als zoetmiddel voor koffie of thee of als broodbeleg.
Melasse: Melasse verkrijgt men uit de kooksels van suikerriet of –biet waarin onzuiverheden van sappen opgehoopt zitten. Melasse wordt ook zoute stroop genoemd en is rijk aan mineralen. Deze stroop is bijna zwart van kleur en de smaak is minder zoet dan bij andere stroopsoorten. Men gebruikt deze stroop vooral in de levensmiddelenindustrie.
Honing: Een belangrijke zoetstof is honing. Honing wordt veel gebruikt bij de bereiding van snoepgoed, gebak, pannenkoeken en stroop. Honing geeft een extra zachte smaak en wordt gebruikt bij de productie van noga en caramel. Bovendien bevat honing minder calorieën dan suiker.
Suiker: noodzakelijk of een noodzakelijk kwaad?
Suikers zijn koolhydraten en deze zijn nodig voor de energietoevoer van het lichaam. Suiker wordt in het bloed omgezet tot glucose (bloedsuiker). Suikers die heel snel omgezet worden zijn de witte, bruine en de basterdsuiker. Maar ook druivensuiker en rietsuiker behoren tot de ‘snelle’ suikers. Suiker is dus een stof die nodig is maar, te veel suiker is zeker niet goed. Het is slecht voor de tanden en draagt bij tot overgewicht omdat het teveel aan suiker wordt omgezet in vet. Een ander neveneffect van suiker is dat men er ontzettend moe van kan worden. Eerst krijgt men een energiestoot, maar daarna kan men zich erg moe en lusteloos voelen. Dit effect wordt veroorzaakt door te hevige schommelingen van de bloedsuikerspiegel. Een andere term hiervoor is ‘hypoglykemie’. Bovendien onttrekt suiker mineralen en andere voedingsstoffen uit het lichaam, waardoor er zich tekorten zouden kunnen voordoen.
Hoe komt het dat wij zo gek zijn op suiker en zoetigheden?
Al vanaf de babyperiode komen we in aanraking met zoetigheid. Moedermelk bevat namelijk veel suikers (ca 7 %) en tijdens die periode vormen we net onze smaakbeleving. Bovendien bevatten vele melkproducten suiker.
Hoe suiker bewaren en hoe lang is hij houdbaar?
Suiker bewaar je best op een koele en droge plaats, liefst in een luchtdichte verpakking. Op die manier kan je hem vrijwel onbeperkt bewaren.
Wat zijn kunstmatige zoetstoffen?
Dit zijn synthetische stoffen met een grotere zoetkracht dan suiker. Voorbeelden van kunstmatige zoetstoffen die bij ons gebruikt worden zijn sacharine, cyclamaat, acesulfaam en aspartaam. Ze zijn verkrijgbaar in de vorm van strooisuiker, tabletten of als vloeibare substantie.
Sacharine lost eenvoudig op in hete vloeistoffen, maar moeilijk in koude. Deze zoetstof smaakt licht bitter.
Cyclamaten zijn langer houdbaar dan sacharine.
Acesulfaam kan je gebruiken om bereidingen te koken en te bakken.
Aspartaam is de enige kunstmatige zoetstof die voor calorieën zorgt, maar aspartaam veroorzaakt geen cariës en proeft niet bitter. Je kan deze zoetstof niet gebruiken bij het koken, omdat het dan zijn zoetkracht verliest. Aspartaam wordt gebruikt in koekjes, pudding, yoghurt, snoep, kauwgum en frisdranken.
Ook van deze kunstmatige zoetstoffen wordt het gebruik best zoveel mogelijk beperkt.