De juiste sla voor je gerecht kiezen: zo doe je dat
Want sla kan altijd
In een slaatje, als ster van je gerecht of als begeleider op de barbecue... Sla kan altijd! Wist je trouwens al dat er meer dan 150 verschillende slasoorten bestaan? Zo kan je kiezen voor kropsla of rucola, maar ook voor originele molsla. Want sla hoeft zeker niet saai te zijn!
De juiste sla kiezen is niet altijd makkelijk. Welke sla is bijvoorbeeld het lekkerst in een simpel slaatje en welke sla is dan weer lekker bij kaas? Alhoewel er meer dan 150 verschillende soorten sla zijn, zijn er maar een paar soorten die wij als consumenten frequent kopen. Wij sommen ze populairste soorten voor je op en vertellen je welke sla bij welk gerecht past.
De verschillende slasoorten worden doorgaans onderverdeeld in vier groepen:
- Malse kropsla's: deze soort heeft ronde bladeren die elkaar overlappen en rondom een hart zitten. (bv. kropsla)
- De knapperige kropsla's: deze soort heeft ook ronde bladeren die elkaar overlappen en rondom een hart zitten. (bv. ijsbergsla)
- Langwerpige soorten: deze soort heeft een hart, maar langwerpige bladeren. (bv. bindsla of romeinse sla)
- Losbladige soorten: deze soort heeft geen hart en de bladeren groeien in de vorm van een krans.
Sla kiezen op basis van smaak
Daarnaast kan je de meeste slasoorten ook onderverdelen qua smaak. De meeste salades hebben een milde smaak, die kan variëren van nootachtig (bv. bindsla) bij bepaalde types tot een grondsmaak bij andere (bv. eikenbladsla). De meeste slasoorten kunnen worden ingedeeld in twee smaakgroepen.
- Zoete smaak: kropsla, rode sla, lollo bionda, lollo rosso, eikenbladsla, ijsbergsla, batavia en romeinse sla.
- Bittere smaak: andijvie, krulandijvie, frisée, witloof, roodloof, molsla en radicchio.
Verschillende slasoorten: welke sla kiezen voor welk gerecht?
1. Kropsla
Deze klassieker blijft de meest geteelde slasoort en is het hele jaar door overvloedig verkrijgbaar. Belgische kropsla staat wereldwijd bekend om zijn dikke en sappige kroppen De bladeren zitten los in de krop en zijn groen, groot en hebben een zachte smaak. In het midden van de krop zitten de bladeren compacter en zijn ze lichtgeel. Kropsla wordt rauw in salades verwerkt.
2. Ijsbergsla
IJsbergsla vormt een dichte krop. De lichtgroene bladeren zijn stevig, knapperig en iets doorzichtig. De smaak is pittiger dan die van kropsla. IJsbergsla wordt over het algemeen rauw in salades verwerkt, maar kan ook kort gekookt en warm geserveerd worden. Deze sla is in de zomer op zijn best.
3. Veldsla
De frisgroene blaadjes zijn lepelvormig en groeien in kleine rozetjes. Veldsla heeft een zachte, nootachtige smaak en is goed te combineren met andere slasoorten én mooi als garnering. Het kan ook warm gegeten worden: kort gekookt, gestoomd of in de soep. Bij aankoop zit het wortelvoetje er nog aan. Veldsla kan je het hele jaar door kopen. In augustus is de aanvoer echter iets minder.
4. Andijvie
De bladeren zijn vrij breed in een losse krop en lichtgroen van kleur. Andijvie kan rauw in salades worden verwerkt.
5. Krulandijvie / frisée
Krulandijvie of frisee is een andijviesoort. De groente vormt een vrij open krop en heeft krullerig, sterk ingesneden blad. Het hart van de krop is geel en de buitenste bladeren zijn lichtgroen. De smaak van frisee is licht bitter en laat zich goed combineren met andere slasoorten. Krulandijvie is lekker in combinatie met pittige smaken als radijzen en blauwe schimmelkaas. Het is ook erg goed als garnering te gebruiken. Deze slasoort is van april tot november verkrijgbaar.
6. Radicchio
Deze soort wordt meestal rauw gegeten. Het is een rond, klein, stevig kropje met wijnrode bladeren met witte nerven. De structuur van het blad is stevig, knapperig maar toch mals. De smaak is bitter. De slasoort laat zich goed met andere soorten mengen, zowel vanwege de smaak als de mooie kleur. Je vindt hem vooral terug van juni tot oktober.
8. Eikenbladsla
Eikenbladsla vormt een zeer losse krop. De bladeren zijn sterk ingesneden en hebben iets weg van een eikenblad. Het blad is mals en zacht en heeft een licht nootachtige smaak. Deze is vooral verkrijgbaar van mei tot oktober.
9. Romeinse sla
Deze sla groeit recht omhoog. Door het dichtbinden van de bladeren aan de top bleekt het hart en blijft dit zacht. De bladeren zijn vrij groot, langwerpig, grof van structuur en donkergroen. De buitenste bladeren zijn vrij stug en kunnen goed worden gestoofd. Gestoofde Romeinse sla heeft iets weg van spinazie en andijvie en kan ook zo worden bereid. Rauwe Romeinse sla smaakt iets wranger dan kropsla en wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de ‘Caesar Salad‘.
11. Molsla
Molsla is het blad van de paardebloem. De gekweekte soort heeft vrij brede en lange bladeren. Ze groeien in een rozet en zijn donkergroen met witte aders. De smaak is erg bitter en doet het uitstekend in combinatie met gebakken spekjes. Laat zich ook goed met andere slasoorten combineren. Lekker met wat olijfolie, citroensap en knoflook nadat het kort is gekookt.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!